Inparkeren in 4 stappen
Achteruit inparkeren in 4 stappen
Achteruit inparkeren is een belangrijke bijzondere verrichting die ook in de rijlessen van Rijschool De Arend veel aandacht krijgen. Omdat het een van de complexere onderdelen is, volgt hier een overzicht in vier stappen als geheugensteuntje.
Stap 1: Kies een ruim parkeervak en gebruik richtingaanwijzers
Voordat je begint met achteruit inparkeren, moet je een parkeervak kiezen dat groot genoeg is voor jouw auto. Kijk goed om je heen om te zien of er obstakels zijn, zoals andere auto’s of palen. Als je een vak hebt gekozen, geef dan duidelijk richting aan andere weggebruikers door je richtingaanwijzers te gebruiken.
Stap 2: Sta minstens 2 parkeervakken verder
Om voldoende ruimte te hebben om te manoeuvreren, moet je minstens twee parkeervakken verder staan dan het vak waarin je wilt parkeren. Zo heb je genoeg ruimte om de auto te draaien en in te parkeren.
Stap 3: Controleer je omgeving en gebruik de “3 lijnen” methode
Voordat je begint met achteruit inparkeren, moet je goed om je heen kijken en controleren of er geen voetgangers of andere voertuigen in de buurt zijn. Gebruik ook de “3 lijnen” methode om het parkeren te vergemakkelijken. Deze methode houdt in dat je twee parkeervakken verder staat en de lijnen van deze vakken gebruikt om te weten wanneer je moet insturen. Dit zorgt voor preciezer manoeuvreren en voorkomt dat je te dicht bij andere auto’s staat.
Stap 4: Zet je wielen recht
Wanneer je de auto hebt geparkeerd, moet je de wielen recht zetten. Dit voorkomt dat de auto naar links of rechts rolt wanneer je uitstapt of wegrijdt. Zet de wielen recht door ze iets naar links of rechts te draaien voordat je de parkeerrem aanzet. Let erop dat je de wielen niet recht zet terwijl de auto stilstaat, want dit kan de banden beschadigen!